zondag 22 maart 2020

Bonusfamilie

Overijsselsch Dagblad, 18 januari 1935.
Sinds kort is het Overijsselsch Dagblad te doorzoeken op delpher.nl en dat leverde meteen al leuke vondsten op. Deze overlijdensadvertentie van G.B. ten Hove bijvoorbeeld. Een mooie aanleiding om wat te schrijven over de familie Ten Hove. 

De advertentie is namelijk ook namens de familie Bos Overmars geplaatst. Het is januari 1935 en dat betekent dat we het hebben over Mies en Diene, Jas, halfzussen Anne en Dore en natuurlijk hun getrouwde zus Miete. De overleden G.B. ten Hove was hun oom, een halfbroer van hun vader. Om dat uit te leggen moeten we 70 jaar terug in de tijd naar hun oma, Maria Emmink. Zij was amper vier jaar getrouwd met Willem Bos Overmars toen deze in 1861 overleed. Maria bleef achter met hun zoontje Joannes Henricus en een baby van 20 maanden, Joanna Maria. Het kleine meisje stierf een maand na haar vader.

Twee jaar later hertrouwde Maria. Zij was 37, bruidegom Jannes ten Hove een jaar jonger. Jannes kwam uit Hattem en woonde ten tijde van zijn huwelijk in Boetele. Wellicht was hij knecht op een boerderij. Bij zijn huwelijk gaf hij als beroep ‘landbouwer’ op, niet ‘landarbeider’, wat doet vermoeden dat zijn ouders een boerderij hadden. Maar we dwalen af. Jannes trok bij Maria en haar zoontje in en ze kregen samen nog vier kinderen, twee jongens en twee meisjes. Helaas duurde ook dit huwelijk niet lang: Maria overleed in de zomer van 1870 op 44-jarige leeftijd.

De kleine Joannes Henricus was 11 toen hij achterbleef met stiefvader Jannes en vier halfbroers- en zussen. Het is goed denkbaar dat hij Jannes als vader beschouwde en zijn kinderen hem op hun beurt als opa. 'Opa Jannes' werd in ieder geval stokoud. Hij was 91 toen hij in 1918 stierf, anderhalf jaar na zijn stiefzoon. De banden tussen de families lijken altijd hecht te zijn geweest, getuige ook de advertentie. In de collectie bidprentjes die in het huis van Mies en Diene werd aangetroffen vond ik ook prentjes van diverse Ten Hoves. 

De oplettende lezer heeft ongetwijfeld gezien dat oom G.B. ten Hove pastoor in Friesland was. Binnenkort meer over hem, want een pastoor in de familie laat je natuurlijk niet zomaar lopen.

donderdag 6 februari 2020

De boer die zijn boerderij verloor

Vandaag is de geboortedag van Jas Bos Overmars. Hij werd op 6 februari 1893 geboren in Linderte. Een mooi moment om het artikel over mijn speurtocht naar hem te delen dat vorige week in Kruudmoes is gepubliceerd. 

Op zoek naar Jas Bos Overmars
Waarom wil je dat eigenlijk allemaal weten?” Die vraag kreeg ik weleens van mensen die ik vroeg naar hun herinneringen aan Jas Bos Overmars, de broer van mijn overgrootmoeder. Mijn interesse werd gewekt door een losse opmerking van een familielid over “Oom Jas” die “in een hol zou hebben gewoond.” Een hol? Bij doorvragen wist niemand precies hoe of wat. Sterker nog, er was zelfs geen foto overgebleven van deze man, die in 1966 op 72-jarige leeftijd overleed.

Waar begin je dan met je zoektocht? In twee eerdere artikelen in Kruudmoes (najaar 2018 en voorjaar 2019) heb ik al verslag gedaan van mijn onderzoek naar Johannes Wilhelmus Bos Overmars. Want lezers van Kruudmoes wisten tot mijn grote verrassing wel degelijk iets te vertellen over Jas. Omdat er ook na het tweede artikel nog tips zijn binnengekomen kan ik inmiddels aardig wat puzzelstukjes aan elkaar leggen. Dat Jas een tijdje in een hol bivakkeerde bleek het gevolg van de veiling van zijn boerderij in 1938. Hierbij een voorlopig laatste update van het verhaal van Jas Bos Overmars, de boer die zijn boerderij verloor.

Boerderij aan de Ten Haveweg
We beginnen met de boerderij in Linderte waar het allemaal om draaide. Ik wist uit oude krantenadvertenties en het archief van het Kadaster dat de boerderij aan de Bleksteeg (de tegenwoordige Ten Haveweg) in 1938 met 5 hectare grond voor 13.000 gulden geveild was en verkocht aan de familie Kogelman. Jas was op dat moment 45 jaar en woonde er alleen. Dat was niet altijd zo geweest. Toen zijn vader in 1917 overleed had Jas de boerderij met maar liefst 38 hectare grond samen met zijn vijf zussen geërfd. De boerderij stond bekend als “Erve Emmink”, de naam van de grootmoeder en overgrootvader van de kinderen Bos Overmars. Het was één van de oudste erven in Linderte. Jas bleef met zijn oudere zussen Mies en Dine op de boerderij, maar om hun zus Miete en halfzussen Dore en Anne uit te kopen moest een flink deel van de grond worden verkocht. Zo’n 15 jaar later kocht Jas ook Mies en Dine uit en ook daar moest grond voor worden verkocht. Zijn zussen verhuisden naar het dorp en gingen in de Herenstraat wonen, boven de slijterij die zij gingen runnen voor de familie Veldhuis.

Paarden
Jas bleef in zijn eentje achter op de boerderij, die nog maar een paar hectare grond omvatte. “Vijf hectare? Dat is toch veel te weinig” riep mijn moeder, een boerendochter, toen ze dat getal hoorde. Te weinig om er als boer de kost mee te verdienen inderdaad. En dat ook nog in de crisisjaren. Geen wonder dat de boerderij in 1938 geveild moest worden, zou je denken. Inmiddels hebben meerdere mensen me verteld dat Jas zijn geld verdiende met de handel in paarden en een groot paardenliefhebber was. Gait Kruiper uit Mariënheem vertelde dat zijn vader Jas goed had gekend en ook wel voor hem gewerkt had. “Ze gingen soms lopend met een koppel paarden naar Zwolle. Mijn vader ging dan lopend en Jas met de koets er achter aan. De paarden liepen twee aan twee.” Om de paarden onder controle te kunnen houden werd het hoofd van een paard steeds aan de staart van het paard ervoor vastgemaakt.

De schuld
In de vorige update kon ik al melden dat in Linderte het verhaal rondging dat de boerderij geveild was omdat Jas geld had geleend en dat niet kon terugbetalen. Vervolgens zou hij ruzie hebben gekregen met de schuldeiser in kwestie. Dat verhaal kreeg ik van meerdere mensen te horen daarbij kwamen een paar zaken steeds terug. Het zou om een relatief klein bedrag gaan en het ging om een lening bij een bekende, een buurman aan de Ten Haveweg. Mogelijk zou het om een bedrag van 1500 gulden zijn gegaan, wat anno nu een waarde van ongeveer 15.000 euro zou vertegenwoordigen. Enerzijds een flink bedrag, anderzijds slechts een kleine 12 % van de waarde waar de boerderij met grond later voor geveild zou worden.

Ik schreef eerder al dat dit in het dorp tot geruchten leidde dat Jas, die als een vrij koppig en eigenwijs type wordt omschreven, het geld dat overbleef na de veiling nooit zou hebben opgehaald. Ook heb ik begrepen dat de relatief “kleine” schuld leidde tot speculaties over de motieven van zijn schuldeiser. Die zou door een andere buurman, die interesse had in de grond van Jas, zijn aangespoord om met uitstel geen genoegen te nemen en zijn geld op te eisen. Daar hadden sommigen in de buurt zo hun bedenkingen bij, is me verteld. Was dat nou nodig? Ik heb ook begrepen dat deze gang van zaken reden was voor diverse boeren uit de omgeving om bewust geen bod uit te brengen op de veiling. Ze wilden zich niet branden aan deze verkoop. Opmerkelijk genoeg zou de buurtgenoot die op de grond uit zou zijn óók geen bod hebben uitgebracht, omdat zijn vrouw daar een stokje voor stak. Zij was niet gecharmeerd van de hele gang van zaken, aldus het verhaal.

Of het precies zo gegaan is, is natuurlijk helemaal niet zeker. Het is verder ook niet mijn bedoeling om te oordelen over eventuele motieven van partijen die hierbij betrokken waren. Feit blijft dat Jas blijkbaar geld had geleend dat hij niet kon terugbetalen en dat daardoor zijn bezittingen zijn geveild. Als niemand het huis en/of de grond had gekocht waren de financiële problemen van Jas niet verdwenen. Dat er zo lang na dato nog verhalen de ronde doen vind ik wel interessant en geeft aan dat veel mensen zo hun gedachten hadden over de gebeurtenissen.

Het nieuwe huis
Waarom zou Jas eigenlijk geld geleend hebben? Ging het slecht met de paardenhandel? Daar kreeg ik van Jan Hogeboom verrassende informatie over. Jas zou namelijk een nieuw huis hebben laten bouwen door aannemer Van den Berg uit Lemelerveld. Hogeboom kreeg dit ooit van zijn opa Bonenkamp te horen, die ook aan de Ten Haveweg woonde en aan wie Van den Berg hetzelfde voorstel had gedaan. Opa Bonenkamp was er niet op ingegaan, anderen wel. Zo zou in Dalmsholte nog een boerderij van exact hetzelfde type staan.

We komen zo nog terug bij de familie Bonenkamp-Hogeboom, maar eerst even wat anders. Ik heb er geen aanwijzingen voor, maar wat beweegt een man van in de veertig die vijftien jaar met zijn twee zussen een boerderij runt, een nieuw huis neer te laten zetten terwijl in dezelfde periode zijn zussen naar het dorp vertrekken? Zou hij misschien de wens hebben gehad om te trouwen? In die jaren was eind dertig, begin 40 sowieso een vrij gemiddelde leeftijd voor boeren om te trouwen, zeker niet opvallend laat. Mocht hij plannen hebben gehad in die richting, ze zijn in ieder geval nooit gerealiseerd.

In de varkensschuur
Dan het hol, waar het allemaal mee begon. Lang niet iedereen die ik sprak wist daar iets over. In de vorige update schreef ik al dat over Jas het verhaal ging dat hij na het verlies van zijn boerderij een tijdje behoorlijk van de kaart was. Zodanig zelfs dat niemand bij hem in de buurt durfde te komen. Daar kun je je ook wel iets bij voorstellen, als je de boerderij waar je familie al generaties woont en werkt kwijtraakt. Waar moet je naar toe, wat moet je dan gaan doen met je leven?

Inmiddels heb ik meerdere mensen gesproken die konden bevestigen dat ook zij het verhaal over het hol kenden. Sommigen hadden gehoord dat “ze Jas uit het bos hebben gehaald.” De gouden tip kwam van Jan Hogeboom en zijn zus Mieny Tuten-Hogeboom. Jas was zoals eerder vermeld een buurtgenoot van hun opa en oma Bonenkamp en die hadden hem bijgestaan in deze periode. In hun familie wordt het volgende verteld over deze geschiedenis: Toen Jas zijn huis uit moest, was hij met paard en wagen vertrokken, met een aantal spullen. Hij bivakkeerde eerst bij een vennetje in de buurt, maar daar werd hij weggestuurd door de eigenaar van de grond, ik neem aan ook één van zijn buren. Vervolgens had hij in een singel (houtwal) een stukje verderop een hol uitgegraven. Hoe lang hij daar zat is niet duidelijk, maar vermoedelijk niet heel erg lang. Het was uiteindelijk de familie Bonenkamp die het niet langer kon aanzien en besloot Jas een tijdje onderdak te bieden, in de varkensschuur om precies te zijn.

Jan Hogeboom wist me te vertellen dat het hol, dat is gegraven toen hijzelf nog niet was geboren, eind jaren vijftig nog steeds zichtbaar was. Jan was erbij toen, ten behoeve van de ruilverkaveling, de singel in kwestie werd gerooid. Hij weet nog dat de arbeider die dat deed op de resten van het hol stuitte, waarna de vader van Jan uitlegde hoe het ontstaan was. Het zou gaan om een plek ten oosten van de Brunselweg, niet ver van de sloot (Oosterbroekswaterleiding) die deze zandweg halverwege doorkruist.

Gesprek van de dag
Het kan niet anders of de situatie met Jas moet wekenlang het gesprek van de dag zijn geweest in Linderte. Een buurman die zijn boerderij kwijtraakt door ruzie en schulden waar andere buurtgenoten bij betrokken zijn, en die vervolgens in verwarde staat met zijn spullen in de buurt rondzwerft en wordt opgevangen door weer andere buren in de varkensschuur? Geen wonder dat dit verhaal tachtig jaar na dato nog steeds niet is vergeten.

Wat ik me zelf afvraag: waar was de familie van Jas in dit verhaal? Zijn zus Miete - mijn overgrootmoeder - was getrouwd met Jans Groote Wolthaar en woonde vlakbij met haar gezin, aan de Linderteseweg. Het kan haar en de andere zussen toch niet onberoerd hebben gelaten, al was het maar omdat het om de plek ging waar ook zij waren opgegroeid. Had hij haar om hulp gevraagd bij het betalen van de lening en had ze dat geweigerd? Was de relatie nooit goed geweest? Hoewel in de gesprekken die ik had vaak werd gezegd dat er niks raars met Jas aan de hand was en dat hij aardig en attent was, werd ook verteld dat hij uitermate koppig en eigenwijs kon zijn. Misschien gaf hij zijn zussen wel de schuld van zijn situatie. Als zij niet uitgekocht hadden moeten worden was het ooit zo grote Erve Emmink überhaupt niet versplinterd geraakt. Ook dit zijn natuurlijk speculaties. Eén van de mensen die ik sprak wist me wel te vertellen dat zus Miete haar broer de rest van zijn leven wel financieel had bijgestaan.

Hoe het verder ging met Jas
Na het tijdelijke verblijf in de varkensschuur van de familie Bonenkamp vertrok Jas naar het dorp, waar hij de rest van zijn leven op verschillende kostadressen woonde. Hij werkte als arbeider voor verschillende boeren en voor de Heidemij. Sommige van zijn bezittingen lagen nog jarenlang opgeslagen op de zolder van de varkensschuur van de familie Bonenkamp. Jas zou de rest van zijn leven geregeld bij de familie over de vloer blijven komen.

Verrassing
Wat er nu precies allemaal aan de hand was met Jas, daar kom je natuurlijk niet meer achter. Toch heeft het me verrast hoeveel je nog kunt achterhalen over iets dat zich zo lang geleden heeft afgespeeld. Het bleef ook niet bij alleen verhalen. Zo bleek één van de mensen die ik sprak in het bezit te zijn van een prachtige oude kast uit de boerderij van Jas. De kast was ooit door zijn vader aangeschaft van een andere buurtgenoot. Na de verkoop van de boerderij zouden er ook spullen aan de weg zijn gezet, zodat het goed mogelijk is dat er hier en daar in Linderte nog spullen staan uit het huishouden van Jas, ook al is het verhaal erachter allang vergeten.

Inmiddels heb ik zelf ook iets in mijn bezit dat van Jas is geweest. Van Jan Hogeboom kreeg ik namelijk een heel bijzonder cadeau: de pijp van Jas. Een hele bijzondere, met daarop de naam van Jas geschilderd (“Jas van de Deurwater” - Deurwater was de bijnaam van de familie Bos Overmars) én een mannetje met twee paarden. Misschien vind ik dat nog wel het leukste detail in alle verhalen over Jas, dat hij iets met paarden had. Iets dat over hem als persoon gaat en los staat van de toestanden rondom de boerderij. “De piepe van Jas” heeft nu een plekje in mijn boekenkast. Een mooi aandenken aan een bijzondere speurtocht.

Met dank aan allen die verhalen en herinneringen met mij wilden delen en/of me hebben geholpen bij mijn onderzoek: Jan Hogeboom, Mieny Tuten-Hogeboom, Gait Kruiper, de heer Kieftenbeld, Mies Reimert-Habers, Joop Velderman en Joke Wellenberg-Velderman.







dinsdag 31 december 2019

Een match in Haarle

Ik kreeg interessante nieuwe informatie over het overlijden van Johanna Theresia Bos Overmars. Johanna Theresia was het zusje van Mies, Diene, Miete en Jas en overleed in 1917 in Haarle, waar ze opgroeide bij haar oom en tante Geertman. Ze was pas 22, wat voor mij lange tijd reden was te veronderstellen dat ze aan een ziekte was overleden. Tbc, difterie, polio, mazelen, iets in die geest. Toen ik eerder dit jaar een afbeelding van haar bidprentje kreeg toegestuurd bleek het om een ongeluk te gaan. De toedracht bleef nog een mysterie: in oude kranten heb ik vooralsnog geen verwijzing kunnen vinden naar het in het prentje genoemde “treurig ongeval”. Gelukkig zijn er meer manieren om aan informatie te komen.

Robert Kemper Alferink liet me weten dat hij een tachtiger uit Haarle had gesproken die wist dat er ooit “een meisje van Geertman” in een gierkelder was gevallen. De dame in kwestie had dit ooit van haar vader gehoord, die verkering had met het verongelukte meisje. Omdat er eigenlijk geen andere kandidaten in aanmerking komen voor deze beschrijving - het gezin Geertman telde verder alleen maar jongens - lijkt het zeer goed mogelijk dat het om onze Johanna Theresia gaat. Ook de jaartallen matchen in principe: zowel Johanna Theresia als haar mogelijke verkering werden geboren in 1894.

Haar aanstaande zou zes jaar na het ongeluk met een ander trouwen en een gezin stichten. Hoewel het altijd de vraag is hoe accuraat doorvertelde verhalen zijn, vind ik het heel bijzonder dat via dat gezin een stukje van het verhaal over Johanna Theresia uiteindelijk weer bij mij terecht is gekomen.

Achterzijde van een boerderij in Haarle, 1922 (Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

donderdag 5 september 2019

Een bijzonder bidprentje (1894)

Vandaag kreeg ik iets bijzonders toegestuurd. Een afbeelding van het bidprentje van mijn bet-overgrootmoeder, uit de collectie van Robert Kemper Alferink. Waarvoor dank!



Gerritdina Joanna Voorthuis overleed een dag na de geboorte van haar dochter Johanna Theresia. Ze werd maar 34 en haar man bleef achter met een baby en vier piepjonge kinderen: Mies (6), Diene (5), Miete (2) en Jas (1). Aan de teksten is goed te zien dat bidprentjes niet primair bedoeld waren als herinnering aan een persoon, maar een aansporing waren om voor iemands ziel te bidden. Dan ging het allemaal wat makkelijker in het hiernamaals. Het enige dat opvalt is dat haar voornamen zijn omgedraaid. Volgens de burgerlijke stand heette ze toch echt Gerritdina Joanna, maar hier zijn die namen omgedraaid. Een ongelukkig foutje, of misschien een aanwijzing dat ze in het dagelijks leven Johanna (of een variant daarvan) werd genoemd? 

Meer lezen over Gerritdina Joanna? Ik schreef al eens over haar erfenis, de boerderij waar ze opgroeide in Heeten, haar vader en haar zus en zwager in Haarle, die zich ontfermden over baby Johanna Theresia. Ter afsluiting hier nog de fraaie achterkant van het prentje, dat gedrukt is door J.J. Buijs in Raalte. 










maandag 19 augustus 2019

"De piepe van Jas"

Van Jan Hogeboom kreeg ik iets heel bijzonders. Deze pijp, die hij van zijn opa heeft gekregen, is van Jas Bos Overmars geweest. 

Het is een fraai exemplaar die Jas speciaal heeft moeten laten maken of misschien van iemand heeft gekregen. Customised, zoals je dat tegenwoordig zou noemen. Zijn naam staat erop, met een afbeelding van een man met twee paarden. Jas handelde er in en had er veel verstand van. Ik heb dat inmiddels van meer mensen gehoord, samen met nog meer nieuwe informatie. Daar zal ik later uitgebreider over schrijven.

Paarden waren dus helemaal zijn ding. Leuk, vooral omdat het eigenlijk de eerste keer is dat ik iets echt persoonlijks over Jas te weten ben gekomen. Behalve dan de fysieke kenmerken die zijn vastgelegd toen hij werd gekeurd voor de Nationale Militie, maar dat ging over zijn uiterlijk.

De "piepe van Jas" geeft ook uitsluitsel over de curieuze bijnaam van zijn zussen Mies en Diene, die in het dorp naar het schijnt wel bekend stonden als de deurwaardersvrouwen. "Jas van de Deurwater" staat er op. "Deurwaarders" moet bijna wel een verbastering van Deurwater zijn, maar waar zou die laatste naam dan naar verwijzen? Het lijkt geen veld- of boerderijnaam te zijn en ook het Nieuw Sallands Woordenboek biedt geen aanknopingspunten voor een eventuele betekenis. Hoewel Deurwater een bestaande - maar uiterst zeldzame - familienaam is, woonden er in Raalte en omgeving geen mensen die zo heetten. Wie het weet mag het zeggen.

maandag 22 april 2019

Een treurig ongeval (1917)

Naast de bedankbrief uit Amsterdam werd ook een stapeltje bidprentjes aangetroffen in het huis van Mies en Dine Bos Overmars. Eén naam sprong er meteen uit tussen die van ooms, tantes en (naar ik aanneem) vrienden, buren en bekenden. Dat was die van hun zusje Johanna Theresia Bos Overmars die in januari 1917 overleed. Zij was het meisje dat werd opgevoed door haar tante en oom in Haarle, nadat haar moeder in het kraambed was overleden. Ik schreef er al eens over.

Johanna Theresia werd maar 22 jaar en ik heb me altijd afgevraagd waarom ze zo jong stierf. Bij gebrek aan informatie ging ik uit van een ziekte, misschien wel tbc of zo.

Het bidprentje vertelt echter een ander verhaal. Het was een ongeluk. Wat en hoe is vooralsnog een raadsel. Op delpher.nl - waar heel veel oude kranten te doorzoeken zijn - heb ik niets kunnen vinden, ondanks het eindeloos invoeren van onheilspellende zoekopdrachten in de trant van ongeval/ongeluk Haarle; brand Haarle; val Haarle; trein Haarle; noodlottig Haarle, noem maar op. Ook een combinatie met molen of molenaar - haar pleegouders hadden een molen - leverde niets op. Nou ja, ongelukken genoeg met molens, maar geen incidenten die over Johanna Theresia zouden kunnen gaan. Verder zakten er die winter in het hele land mensen door het ijs - het was een strenge winter en er werd volop geschaatst - maar niet in de buurt van Haarle. Of Linderte, Raalte, Nijverdal of Hellendoorn, plaatsen die ik voor de volledigheid ook maar heb meegenomen.

Ik heb zelfs alle krantenberichten met Haarle erin tussen december 1916 en eind januari 1917 doorgenomen. Niets. Wat best een beetje vreemd is, gezien de fatale afloop. Meestal kwamen dodelijke ongelukken niet alleen in de regionale krant maar werden ze ook landelijk overgenomen. Haar overlijden blijft dus vooralsnog een raadsel voor deze digitale detective…


NB: Met dank aan Wim Rensen en Jos Segbers voor het delen van dit materiaal. Zie ook de vorige blogpost

vrijdag 12 april 2019

Een bedankbrief uit Amsterdam (1955)

Onlangs kreeg ik een bijzondere brief te zien. Hij werd gevonden in het vroegere huis van Mies en Dine Bos Overmars en was afkomstig van 'Frans'. Dat kan natuurlijk alleen maar Frans Lourens zijn, de Amsterdamse letterzetter die tijdens de Hongerwinter in Raalte terecht kwam en onderdak vond bij de gezusters Bos Overmars. Hij schreef de brief precies tien jaar na de Bevrijding en de inhoud is zeer de moeite waard. Je snapt meteen waarom de zussen de brief bewaard hebben.

Met dank aan Wim Rensen, die de brief aantrof bij een verbouwing, en Jos Segbers van de website www.groetenuitraalte.nl. Hij tipte mij over het bestaan ervan en scande de brief en nog een aantal andere documenten voor mij.  

Amsterdam, 13 april 1955

Beste Mies en Dine,

Vandaag en gisteren heb ik veel aan jullie gedacht, want het is nu 10 jaar geleden dat wij bevrijdt werden. 10 jaren die als een schaduw voorbij zijn gegleden het lijkt mij wel veel korter geduurd te hebben maar de kalender zegt het en die is onverbiddelijk in z’n nuchtere waarheid.

Het lijkt wel of ik een verhaaltje aan het schrijven ben maar dit is toch niet waar dit is geen verhaaltje dit is de pure waarheid en ik weet niet hoe die jaren jullie toeschijnen maar om op m’n onderwerp terug te komen wat ik nu schrijf is een soort van verlate dankbetuiging aan twee dames die zich onder moeilijke omstandigheden de zorg voor een ander nog op de hals haalden, ik geloof dat ik nu pas begin te beseffen wat dat betekend heeft. Ik weet wel dat ik de laatste jaren niet druk geschreven heb maar ondanks dat ben ik deze daad van naastenliefde van jullie nooit vergeten en daarom zal ik ook een daad van naastenliefde verrichten en stoppen met bedanken, ik weet zeker dat het jullie geen plezier bezorgt als ik zo doorga.

M’n lieve tantes hoe gaat het met de gezondheid wind er maar geen doekjes om zeg het maar vrijuit. Geen last van bronchitis, rheumatiek of jicht, geen last van eksterogen of kiespijn neen helemaal niets? Prachtig, dan bent u volkomen gezond, blijf dan ook uit de buurt van de dokter want het is een gek ding, waar dokters zijn, zijn ook zieken. Het lijkt soms zelfs wel er op dat ze de oorzaak zijn van de kwalen.

Hoe is het met de zaak, alles nog in orde, drinken de boeren nogal een beetje? Er is nu weer genoeg hè, toen ik daar was sloegen de moffen zelfs de flessen met dat zure spul stuk, weet jullie nog dat we met z’n drieën in het keldertje zaten en die moffen maar tekeer gaan boven ons hoofd.

Nou zal ik maar eens wat vertellen over mijzelf, ik ben gezond en voel me fit, ben nog steeds niet getrouwd, hoewel dat ongeveer over een jaartje wel gaat gebeuren, dat hopen we tenminste. Ik ben nu 28 jaar en dan wordt het wel tijd waar of niet. M’n meisje heet Nel en is 26 jaar. Ze werkt bij mij op kantoor, momenteel sparen we voor de noodzakelijke uitzet. De enige moeilijkheid die we voor de toekomst zien is de moeilijkheid van iedereen, een huis. Hoe dat moet gaan weten we nog niet. Huren kun je ze niet en kopen is te duur voor ons, maar ja, we wachten maar af en houden ogen en oren wagenwijd open, misschien hebben we wel geluk en komt tijd komt raad.


In ieder geval voordat we gaan trouwen komen we ook nog een keer Raalte bezoeken, wanneer dat gaat gebeuren is ons nog niet bekend maar ik heb het een tijdje terug met Nel besproken en die wil graag eens kennis maken en horen wat voor kwaad ik toendertijd in Raalte uitgespookt heb.

Maar tantetjes ik ga eindigen, nogmaals bedankt voor dat verleden, blijf plezier houden in het leven. De Engelsen zeggen “keep smiling”, dat is blijf glimlachen en daar sluit ik mij bij aan. Een herinneringszoen voor jullie beide van de ex-pleegzoon die al een beetje kaal begint te worden.

Frans