zondag 3 mei 2020

Raaltenaren voor de economische rechter

Foto: Famartin - CC BY-SA 4.0
Op een novemberdag in 1942 stond mijn overgrootvader Jans Groote Wolthaar voor de rechter in Zwolle. Het zal de eerste keer zijn geweest in zijn 67-jarig bestaan. De reden? Hij had een kalf niet laten registreren. Dat was strafbaar omdat vee dat buiten de boeken werd gehouden bijvoorbeeld op de zwarte markt verkocht kon worden. "Zwarthandel? Het was natuurlijk voor eigen gebruik!", riep mijn moeder verontwaardigd toen ik dit aan haar voorlegde. Feit is dat hij de wet overtrad en daarvoor veroordeeld werd. Hij mocht kiezen tussen een boete van vijf gulden en drie dagen hechtenis. Wat het is geworden weet ik niet, maar ik vermoed dat de boete ter plekke werd afgerekend.

Voedselvoorziening
Ik weet dit omdat ik zijn naam aantrof in een bericht in de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant. De krant deed tijdens de Tweede Wereldoorlog nauwkeurig verslag van zittingen van de economische rechter, waar overtredingen werden behandeld op het gebied van de voedselvoorziening en - distributie. Wie als boer de in de jaren ’30 ingevoerde landbouwwetgeving overtrad, liep het risico voor deze rechter te moeten verschijnen. Dat gold ook voor burgers die zich niet aan de spelregels hielden van het bonnensysteem dat in de oorlog was ingevoerd om de schaarse middelen zo eerlijk mogelijk te verdelen.

Naam en woonplaats
Tijdens de zitting werden tientallen andere Sallanders veroordeeld voor kleine en grote overtredingen. De verslaggever schreef cynisch: "Het vet, de tarwe en de rogge schijnen tegenwoordig op straat te liggen. Toen [de verdachten] aangehouden werden waren ze toevallig net op weg om het gevondene naar het politiebureau te brengen." In de krant werden de verdachten met naam en woonplaats genoemd, wat ze nu eenvoudig terug te vinden maakt.

Dagelijks leven
Waar maakten Raaltenaren zich zoal schuldig aan op dit vlak? Ik vond tientallen berichten die over inwoners die iets uit te leggen hadden bij de economische rechter. Ze geven een interessant inkijkje in het dagelijks leven in de oorlog. Opvallend vaak was er boter, rogge of vee in het spel. Zaken die van oudsher ruim voorradig waren in Raalte, maar ja, in de oorlog golden nu eenmaal andere regels. Omdat het mij niet gaat om de namen van specifieke personen maar om de inhoud van de overtredingen heb ik ervoor gekozen om geen namen of alleen initialen te gebruiken.

Boter
Levensmiddelen waren op de bon en dat betekende dat je niet meer dan een vooraf bepaalde hoeveelheid van een product kon kopen. Wie zijn bonnen niet gebruikte, mocht ze niet verkopen. Dat gebeurde echter wel degelijk. Op 20 januari 1943 werden maar liefst vijf Raaltenaren tegelijk aangeklaagd voor het verkopen van boterbonnen. Vier van hen kregen boetes, variërend van tien tot dertig gulden, nummer vijf werd vrijgesproken.

Ook ruilhandel kon strafbaar zijn. Op 19 oktober 1943 werd Raaltenaar J.W. schuldig bevonden aan het ruilen van "6 pond boter (…) tegen overalls". Iets vergelijkbaars overkwam J.A.H., die op 12 april 1944, "boter [had] verkregen in ruil voor vet." Het was duidelijk niet de bedoeling om op eigen initiatief meer dan de voor jou vastgestelde hoeveelheid van een bepaald product te regelen. Veel van de vergrijpen zijn simpel, maar het ging duidelijk meer om het principe dan om hoeveelheden. Je zou bijna een beetje medelijden krijgen met S.v.A., die in oktober 1943 voor de rechter stond voor het vervoeren van anderhalve (!) pond boter. Hij kreeg vijf gulden boete.

Rogge
Rogge was ook in trek. Je kon het achterhouden bij de oogst en dat zelf verwerken. Daar kreeg J.M. een boete voor in juni 1942. Verder kregen opvallend veel Raaltenaren een boete voor het vervoeren van rogge. Het was voor controleurs waarschijnlijk makkelijker om het transport ervan te betrappen, dan om aan te tonen dat er bij de oogst graan opzij was gezet. Bijzonder was de veroordeling van schipper E.J. Hij had een lading rogge op zijn schip "niet voldoende bewaakt." De rogge in kwestie was blijkbaar gestolen en de suggestie is dat E.J. bewust de andere kant op keek zodat het graan in het illegale circuit kon verdwijnen. Daarbij is het overigens goed te bedenken dat dit niet per se betekende dat de gestolen rogge voor woekerprijzen werd verkocht, maar bijvoorbeeld ook gebruikt kon worden om onderduikers mee te voeden.

Wie door een controleur werd betrapt probeerde deze wel eens op andere gedachten te brengen. Soms lukte dat, maar ging het alsnog mis. Dat blijkt uit een krantenbericht uit juni 1943. Raaltenaar H.K. werd veroordeeld voor het omkopen van een controleur en plaatsgenoot G.S. werd tijdens dezelfde zitting schuldig bevonden aan "het aannemen van rogge als controleur van de Landbouw Crisis Organisatie". Blijkbaar had een getuige er melding van gemaakt.

Bron: Delpher.nl
Vee
Vee niet registreren of illegaal (laten) slachten kwam ook veelvuldig voor. Op het laatste stonden fikse straffen. In maart 1942 werd J. v.d. W. veroordeeld tot maar liefst 6 maanden gevangenisstraf voor het slachten van een pink. Niet iedereen legde zich bij de uitspraak van de rechter neer. Slager J.v.D. uit Luttenberg, kreeg aanvankelijk vier maanden cel voor het slachten van een pink in de stal van G.K. in Raalte. Nadat hij en G.K. (die 1 maand celstraf had gekregen) in hoger beroep waren gegaan werden hun straffen verlaagd naar respectievelijk zeven en drie weken.

Grootschalige handel
Hoewel het vaak om kleine incidenten gaat, waren er wel degelijk Raaltenaren die wat meer "ambities" hadden op dit vlak. In november 1942 werd Raaltenaar J.R. veroordeeld tot een boete van vijfhonderd gulden of zes maanden cel. Hij had voor meer dan tienduizend gulden (!) aan bonnen opgekocht in Raalte en omgeving en deze doorverkocht aan een man uit Oostzaan, die ze weer verkocht in Amsterdam. De mensen die hun bonnen verkochten aan J.R. kregen allemaal een boete en staan ook keurig opgesomd in de krant. Als je bedenkt dat je voor illegaal slachten ook 6 maanden kon krijgen, lijkt de straf voor initiatiefnemer R. overigens nogal licht, maar wellicht was er sprake van verzachtende omstandigheden.

Bron: Delpher.nl


Goed christen
Zoals ik al meldde weet je natuurlijk nooit waarom mensen de wet overtraden. Ter illustratie een bijzondere zaak die ook in andere regio’s de krant haalde. De 47-jarige W.L. uit Heeten, die illegaal een koe had geslacht, was het niet eens met zijn veroordeling tot zes maanden cel. Hij ging in februari 1943 in hoger beroep. Zijn advocaat vroeg om gratie omdat landbouwer L. "open tafel" hield voor "armen en landloopers" en "menschen die het moeilijk hadden." Zijn eigen voorraad vlees was niet genoeg geweest, vandaar. "Er staat een goed Christen voor u", pleitte zijn advocaat. Hoewel de rechter overtuigd was van de goede intenties van L., zal het hem niet geholpen hebben.

Tot slot
Ik kan me voorstellen dat sommige mensen de strenge regels als onrechtvaardig hebben ervaren. Toch is uit onderzoek gebleken dat de voedseldistributie ervoor gezorgd heeft dat veel inwoners van Nederland een groot deel van de oorlog relatief goed zijn doorgekomen. Gezien de aard van de vele kleine overtredingen waren de zaken die aan het licht kwamen waarschijnlijk het topje van de ijsberg. Een groot deel van de veroordeelde Raaltenaren had, vermoed ik, het gevoel pech te hebben dat zij nou net wél betrapt waren en de buurman niet. Maar ook dat weet je natuurlijk nooit helemaal zeker. Ik kan het helaas niet meer navragen bij mijn overgrootvader J.G.W.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in het WO2-themanummer van Kruudmoes, het tijdschrift van de historische vereniging Raalte. Over het niet-geregistreerde kalf van Jans Groote Wolthaar schreef ik eerder deze blogpost

Geen opmerkingen: