zondag 19 april 2020

De huishoudster en het petekind (1935)

Mariabeeld in de kerk van Dronrijp (Foto Romke Hoekstra CC BY SA 4.0)
Een week na het overlijden van pastoor Ten Hove stelde notaris Bouwe Smid een inventaris op van zijn bezittingen. Dit in het kader van de afwikkeling van de nalatenschap van Ten Hove. De notariële akte is te bekijken via de website AlleFriezen.nl (ga naar 'Bladeren door bron' en dan naar pagina 74) en geeft een mooi inkijkje in het leven in de pastorie.

Aanwezig waren Tonia Brouwer en Grada ten Hove, die allebei genoemd worden in het testament van de overledene. Tonia was de 56-jarige huishoudster van de pastoor en door hem aangewezen als executeur-testamentair. Voor haar zullen het moeilijke dagen zijn geweest. Ze had een kleine dertig jaar voor Ten Hove gewerkt. Vermoedelijk kruisten hun wegen elkaar in Sneek, waar Brouwer opgroeide en Ten Hove kapelaan was voordat hij naar Vollenhove werd gezonden.

De 32-jarige Grada ten Hove was een nicht van pastoor Ten Hove. Zij was vanuit Linderte naar Friesland gereisd en zal ook de begrafenis hebben bijgewoond. Zijn "eenig petekind", zo lezen we, en om die reden zijn voornaamste erfgenaam. In de akte had de pastoor laten opnemen dat zijn vermogen "niet groot genoeg" was om alle familieleden iets na te laten. Hij sprak de hoop uit dat dit gegeven de rest van de familie niet zou beletten "mijne ziel te gedenken, gelijk ik hun bij mijn leven ook in de mijne indachtig geweest ben."

Dankzij de inventaris krijgen we een heuse rondleiding door de pastorie. Zo treffen we in de slaapkamer van Ten Hove een groot "eikenhouten ledikant van oude kisten, gemaakt met bijbehoorende waschtafel en nachtkastje". In een andere kamer staan een "grote boekenkast met inhoud", "6 stoelen met rood trijp en 2 dito leunstoelen" en een "eetservies met rood groen gele gebloemde rand". Er liggen diverse vloerkleden op het linoleum, behalve in de gang, daar liggen kokosmatten. Aan de muur hangen kruis- en heiligenbeelden, maar ook een "schilderij met koeien in de wei". De pastoor bezat een dambord, een radio en een "sigarendroogtrommel, met inhoud". Het zijn slechts enkele voorbeelden. Elke ruimte in de pastorie - van de kapstokken in de vestibule tot de pannen in de bijkeuken - wordt beschreven. Buiten werden dieren gehouden: negen kippen, tien eenden en een gans.

Interessant is de voorraad drank in de kelder. Een deel daarvan is werkgerelateerd, zoals een voorraad miswijn ter waarde van 35 gulden. Blijkbaar moest die voor eigen rekening worden aangeschaft. De rest doet vermoeden dat de pastoor een liefhebber was van een goed glas wijn. De voorraad rode wijn werd op maar liefst 350 gulden getaxeerd. Er liggen onder meer flessen "Kirwan, Cantenac, La Grange, Sint-Julien en Pauillac". Later wordt genoteerd dat er nog bestellingen onderweg zijn van wijnhandelaren in Arnhem en Zutphen, waaronder een levering van "45 flesschen". In de kelder liggen verder nog flessen champagne, jenever en cognac. Omgerekend naar de huidige waarde lag er voor minimaal vierduizend euro aan drank in de kelder.

Omdat ook lopende financiële verplichtingen in kaart werden gebracht weten we dat de pastoor een "jaarabonnement scheren en knippen" had bij de plaatselijke barbier, boeken bestelde bij katholieke boekhandel Van Rossum in Utrecht en een groot aantal katholieke kranten en bladen las, waaronder De Tijd, Ons Noorden en Apologetisch Leven. Leuk detail: hij had ook een abonnement op de Raalter Courant.

Zoals het een goed katholiek betaamt had Ten Hove zijn geld geïnvesteerd in katholieke goede doelen. Hij bezat in totaal voor enkele duizenden guldens aan obligaties, van onder andere de Roomsch Katholieke Ziekenverpleging in Zaandam, het Roomsch Katholieke Weeshuis in Sint Wendel (in het Saarland) en de Sint Cyriacusparochie in Bottrop (Westfalen). Van zijn eigen parochiebestuur had hij nog 1000 gulden tegoed voor zijn investering in de plaatselijke school. Ook waren er nog enkele bankrekeningen met saldo.

Al met al erfde Grada ten Hove zo een aardig bedrag. Daar gingen nog wel de kosten van de begrafenis, het ziekenhuis in Leeuwarden en de rekening van dokter Visscher uit Dronrijp van af. En de loonkosten van de pater die Ten Hove tijdens zijn ziekte had vervangen. Net als de miswijn werd dat blijkbaar niet door de parochie of het bisdom opgepakt, maar door de pastoor uit eigen zak betaald. Op de loonlijst van de pastoor stonden ook huishoudster Tonia en een tweede dienstbode, Catharina Boorma uit Dronrijp. Ook zij hadden nog salaris tegoed. Een laatste post waar geld voor moest worden gereserveerd was het zieleheil van de pastoor. Hij had laten weten dat er "voor de rust mijner ziel" 10 Heilige Missen zouden moeten worden gelezen in Dronrijp en Vollenhove, maar ook in kloosters in Witmarsum, Hoogeveen en Zenderen. In Dronrijp en Vollenhove moest bovendien elk jaar op zijn sterfdag een mis worden gelezen.

Aan huishoudster Tonia Brouwer had Ten Hove ook gedacht. Een pensioentje zat er echter niet in, zelfs geen geldbedrag. Je zou toch zeggen dat er wel een paar honderd gulden of anders één van de obligaties had afgekund voor iemand die haar broodwinning en haar onderkomen kwijtraakte op het moment dat de pastoor zou komen te overlijden. Tonia moest het doen met een deel van het meubilair uit de pastorie. Ze mocht haar eigen bed meenemen, inclusief "linnen- en beddegoed", een paar stoelen en een aantal potten en pannen. Ook mocht zij kiezen welke foto’s, boeken en schilderijen ze graag wilde hebben. We lezen in de akte dat ze "een groot schilderij uit de voorkamer" koos, plus "zeven kleinere schilderijen en een paar beelden op het kastje". En twaalf boeken. Met die spullen keerde ze een paar weken later terug naar haar geboorteplaats Sneek. Daar overleed ze in 1955.

Geen opmerkingen: