maandag 3 maart 2014

Ramptoerisme in het archief


Bingo, een scheiding! Bij gebrek aan criminele voorouders – de droom van elke genealoog – is ook iets simpels als een scheiding al reden tot vreugde. Weer eens wat anders dan de burgerlijke stand met alleen feitelijke gegevens over namen en data. De scheiding in kwestie werd uitgesproken in Alkmaar op 17 maart 1927. In het Noord-Hollands Archief in Haarlem kreeg ik een dikke map met verslagen en bijlagen van de Arrondissementsrechtbank. Echtscheidingen, mensen die onder curatele werden gesteld, schuldeisers: beslist geen saai materiaal. Sterker nog, sommige verslagen lezen door de details als een reality soap. Een bijzondere gewaarwording, zo in de studiezaal. Zo was er de vrouw die aan de rechter vertelde dat haar man geprobeerd had haar te vermoorden door het gas aan te laten staan. Haar echtgenoot verklaarde dat er sprake was van een misverstand. In een andere zaak liet de eisende partij optekenen dat haar man haar op straat had uitgescholden voor “rotwijf” en hard tegen haar borst had gestompt.

Na lang bladeren vond ik de zaak waarnaar ik op zoek was, de scheiding van Sophia Maria Groote Wolthaar en Gerardus Ludovicus Grijsen uit Castricum. Ze waren in 1914 in Delft getrouwd en hadden een zoontje van 12, Gerrit Hendrik. In deze zaak geen sappige details, maar een simpele opsomming van de feiten. Sophia Maria had een verzoek tot echtscheiding ingediend, met als reden dat haar man “vleeschelijke gemeenschap had gehad met andere vrouwen”. De rechter stemde in met haar verzoek en enkele weken later kreeg zij ook de voogdij over Gerrit Hendrik.

De scheiding zal ongetwijfeld de nodige opgetrokken wenkbrauwen hebben opgeleverd in de omgeving. Slechts een paar procent van de huwelijken eindigde in een scheiding en “zomaar” scheiden was juridisch niet eens mogelijk. Sophia Maria trok met haar zoontje bij haar zus in en is voor zover bekend nooit opnieuw getrouwd. Haar ex-echtgenoot pakte het anders aan. Hij trouwde nog geen drie maanden later opnieuw - met een eveneens gescheiden vrouw uit Amsterdam - en toen ook dat huwelijk na een aantal jaar strandde, trouwde hij voor de derde maal. Over soaps gesproken...

maandag 11 november 2013

OLDO: de verdwenen spoorlijn


Straatversiering met OLDO-thema, oktober 2013 (Foto: W. Wellenberg)
Met de trein naar Linderte? Het is bijna niet voor te stellen, maar dat kon ooit gewoon. Met de OLDO, de Overijsselsche Lokaalspoorwegmaatschappij Deventer-Ommen, die in 1910 op het gelijknamige traject ging rijden. Er waren stations in onder meer Diepenveen, Wesepe en Lemelerveld, maar ook haltes daar tussenin. Tussen Raalte en Lemelerveld - een afstand van 9 kilometer - kon de trein stoppen bij de haltes Linderte, Crisman en de Posthoorn. Anders dan op de stations was er bij de haltes geen personeel, maar wel een schuilplaats voor reizigers. Een houten hokje met pannen op het dak en een paar bankjes. Maar wie stapte er nu in Linderte op de trein? Zoveel aanloop zal er toch niet geweest zijn op het handjevol boerderijen daar. Inderdaad, dat viel tegen. Vaak maakten er maar enkele reizigers per maand gebruik van de halte. Toen er bezuinigd moest worden in 1927 werd zowel Linderte als Crisman geschrapt uit het spoorboekje. Later volgden nog meer haltes en in 1935 werd de lijn in zijn geheel opgeheven.

Onlangs verscheen een boekje over de OLDO, met als ondertitel De verdwenen spoorlijn, een speurtocht dwars door Salland. Auteurs Bert Terlouw en Wim Gerrits gingen op zoek naar sporen van de trein in het landschap en vonden er nog verrassend veel. Bruggetjes, hectometerpaaltjes, bielzen en stukken rails die in gebruik waren als hoekpalen van een weiland. Leuk detail: de provinciale weg N348 tussen Raalte en Ommen is aangelegd op het tracé van de OLDO. Zo is er toch meer bewaard gebleven dan je denkt.

zondag 20 oktober 2013

Middeleeuws Linderte


Bron: WatWasWaar
Een paar leuke vondsten over boerderij de Koopman. Op deze afbeelding van een kadastrale kaart uit de periode 1811-1832 is de Koopman te zien tussen de erven Bos en Overmars. Tegelijkertijd las ik dat Koopman waarschijnlijk een middeleeuwse afsplitsing is van Overmars (toen Avermarsch). Beide erven zijn al erg oud. Overmars behoort tot de oudste erven in Linderte en dateert van vóór 1100. Koopman, dat destijds Nyenhuyss heette, wordt voor het eerst genoemd in een akte uit 1394. We weten dat het om hetzelfde erf gaat vanwege een akte uit 1764 met de vermelding Coopmans, voorheen Nyenhuis genaamt. In de middeleeuwen waren alle boerderijen in Linderte eigendom van grootgrondbezitters en Avermarsch en Nyenhuyss waren beide in het bezit van de bisschop van Utrecht.

Dat staat in Mens en land in het hart van Salland (2010), de fenomenale publicatie van Theo Spek e.a. over de landschapsgeschiedenis van Raalte en omgeving. Met veel aandacht voor archeologie, de geschiedenis van het cultuurlandschap en informatie over met name de middeleeuwse (en dus oudste) erven in buurtschappen als Linderte, Boetele, Pleegste, Ramele en Luttenberg. Zo'n boek gun je eigenlijk elke streek wel.

vrijdag 11 oktober 2013

De tante en de boerderij


Foto: met dank aan Inge Douma
"De Koopman", zo heette de boerderij in Linderte waarop dit gezin woonde. Met die naam werden ook de bewoners in de volksmond aangeduid. Het zou goed kunnen dat de foto op het erf is gemaakt. Op de foto staan Willemina Joanna (Miete) Bos Overmars, haar man Joannes Antonius (Jans) Groote Wolthaar en - zeer waarschijnlijk - hun oudste zoontje. Hij overleed in 1921, nog voor zijn vierde verjaardag. De vrouw aan de linkerkant was "tante Bet", ze woonde bij hen in. Maar wiens tante was zij eigenlijk en wat was haar naam? Een bezoekje aan het gemeentehuis in Raalte bracht uitkomst. Uit het bevolkings-register bleek dat het gaat om Hendrika Lambertha Olthof. Jans Groote Wolthaar was haar neef, de zoon van haar oudere zus Maria Johanna. Bet - ze overleed in 1929 op 85-jarige leeftijd - was de jongste van zeven kinderen Olthof en het lijkt erop dat de boerderij uit deze familie kwam. Of beter gezegd, de familie van haar moeder. Want wat blijkt, die heette Hendrika Lambertha Koopman.

zondag 3 februari 2013

Ook op Sumatra is Raalte nooit ver weg

 
Helemaal ongevaarlijk was het niet, het leven in Pangkalan Brandan in 1918. In een krantenartikel uit 1917 met de onheilspellende titel “In tijger-klauwen” wordt melding gemaakt van een dodelijke aanval van een tijger, vlakbij het stadje. Het slachtoffer was een “inlander”, waarvan “het hoofd ontbrak, een arm was tot de borst weggevreten…’t was een luguber gezicht.” Pangkalan Brandan was, totdat er in 1885 olie werd ontdekt, een rustig vissersdorpje in een afgelegen gebied op Sumatra. In de jaren erna ontwikkelde het zich tot een centrum van de olie-industrie. Op deze plek woonde Maria Lubberta Groote Wolthaar, zo blijkt uit bovenstaande advertentie in de Sumatra Post uit 1918. Een verrassende locatie? Ja en nee, want ook op Sumatra is Raalte niet ver weg. De Langebaerd in de advertentie is de uit Venlo afkomstige ingenieur Cornelis Langebaerd. En laat deze Cornelis nu getrouwd zijn met de Raaltese molenaarsdochter Cecilia Cornelia Hooglugt, een volle nicht van Maria Lubberta.

Voor de oplettende lezer die zich afvraagt hoe Cecilia Cornelia en Cornelis elkaar dan hebben ontmoet: Cornelis was als opzichter en tekenaar betrokken bij de aanleg van de lokaalspoorweg tussen Deventer en Ommen, via Raalte. Ze trouwden op 29 augustus 1910, een paar weken voor de feestelijke opening van de spoorlijn.

zondag 2 december 2012

De aanleg van het kanaal in Raalte (1858)

Een mooie vondst in de krantencollectie van de Koninklijke Bibliotheek: een lijst met grondeigenaren uit Raalte van wie een of meerdere percelen werden onteigend. De reden hiervoor was de aanleg van een zijtak van het Overijssels Kanaal, van Lemelerveld via Raalte naar Deventer. In de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 7 april 1858 staat om wie het ging en welk bedragen ze kregen. Op de lijst staan een paar bekende namen. Zo kregen Antonie Oosterwechel, Gerrit Voorthuis en Johanna Oosterwechel samen 780 gulden voor 2 stukken grond. Gerrit en Johanna waren getrouwd (hun dochter Gerritdina Johanna, de moeder van Miete, wordt een jaar later geboren), Antonie was Johanna’s broer, wat doet vermoeden dat zij de grond hebben geërfd van hun ouders. Ook Willem Bosch Overmars staat op de lijst, hij kreeg 350 gulden. Omdat de afbeelding van het krantenartikel niet zo heel duidelijk is, hier een link naar de volledige krant (PDF), het artikel staat op pagina 4.

zondag 28 oktober 2012

Mies en Diene van de Poepershoek

Mijn moeder weet zeker dat op dit huis, de Poepershoek genaamd, (naar poepers: rondreizende handelaren) vroeger een bordje hing met de tekst “onbewoonbaar verklaarde woning”. Zo’n soort bordje dus. Je zou denken dat het dan inmiddels wel gesloopt zou zijn, maar het staat er nog steeds, in de Blekstraat in Raalte. Hier woonden Mies (1887-1980) en Diene (1889-?) Bos Overmars, zussen van Miete Bos Overmars. Hoe dat precies kon, wonen in een onbewoonbaar verklaarde woning, is mij ook niet helemaal duidelijk.

Dankzij de vrijwilligers van de historische vereniging Raalte weet ik nu wel dat Mies en Diene eerst bij hun broer Johannes (“Jas”) in Linderte woonden, maar vervolgens naar de Herenstraat verhuisden. Als dat adres (huisnummer 3) niet veranderd is, dan gaat het om een winkel met woonruimte erboven. Volgens mijn moeder hadden ze een slijterij, dus dat zou heel goed daar geweest kunnen zijn. Feit is dat ze later op de Poepershoek woonden, wellicht nadat ze met pensioen gingen. Over die slijterij moet meer te vinden zijn denk ik, misschien in het handelsregister of in een adresboek? Iets om nog een keertje verder in te duiken.