maandag 22 januari 2018

Werkverschaffing in Overijssel (2)

Zoals gehoopt vond ik in het archief in Zwolle meer informatie over werkverschaffingsprojecten in de jaren ’30 en ‘40. Uit maandoverzichten van de Rijkscommissie voor de Werkverruiming in Overijssel bleek dat het ging om flinke aantallen projecten. Zo werden bijvoorbeeld in 1938 in zowel juli als augustus zo’n 60 aanvragen toegekend en in september en oktober elke maand wel 100. Particulieren, gemeenten maar ook verenigingen lieten werkzaamheden uitvoeren, variërend van kleine (60 gulden aan loonkosten) tot grote projecten, zoals een aanvraag van 20.000 gulden van de graaf van Rechteren uit Dalfsen). Sommige projecten liepen in de tonnen: Staatsbosbeheer begrootte de ontginningen van Twilhaar/Helhuizen (Nijverdal) en het Buurserveen (Haaksbergen) op respectievelijk 336.000 en 874.000 gulden. In de regel werd tussen de 70 en 90 procent van de begroting gesubsidieerd door het Rijk. 

In het eerste kwartaal van 1940 waren er alleen in Overijssel al meer dan 9000 mensen op deze manier aan het werk. Naast ontginningswerk legden zij ijsbanen aan, fietspaden, en voerden soms zelfs archeologische opgravingen uit (een project van de Oudheidkamer Twenthe).

In Raalte waren er op dat moment 150 personen aan het werk binnen de werkverschaffing.Voor Linderte kwam ik aanvragen tegen van A.M. Jansen Holleboom (het ophogen van 1,78 ha hectare moeras) en van J.H. Kogelman (‘het rooien van houtwallen, verleggen van een rijweg’). Zo specifiek waren niet alle toekenningen. Vaak vroegen gemeentes geld aan voor ‘div. part. ontg.’, diverse particuliere ontginningen naar ik aanneem. Helaas was ook de informatie over het project van Jans Groote Wolthaar zeer summier. Het betrof een project van 400 gulden van de ‘Centr(ale) Werkverschaffing’ en werd voor 70 % gesubsidieerd, zie deze foto. Uit het eerdere krantenbericht weten we dat er werklozen uit Deventer werden ingezet, maar wat er nu precies moest gebeuren blijft helaas een raadsel. Desalniettemin een interessant onderwerp!

Rijkswerkkamp Twilhaar (foto Henk-Jan van der Klis CC BY 2.0 via Flickr)



dinsdag 2 januari 2018

Werkverschaffing in Linderte (1940)

Deventer Dagblad, 16 juli 1940
Dit bericht kwam ik tegen in het archief van het Deventer Dagblad, heel interessant. Het betreft een werkverschaffingsproject van mijn overgrootvader J.A. Groote Wolthaar in Linderte, waar werklozen uit Deventer voor werden ingezet. 

Hoe wat waar wanneer? In het Stadsarchief Deventer vond ik helaas geen extra informatie over de aard van het project. Een veelbelovend dossier getiteld Stukken betreffende de subsidiëring door het Rijk van diverse werkverschaffingsprojecten voor jeugdige werklozen 1934-1942 bevatte alleen informatie over projecten in en bij Deventer; zoals de aanleg van urinoirs op een sportpark; het herstel van een volière in het Rijsterborgherpark, het afplaggen van een terrein bij een jeugdherberg in Gorssel en het maken van reclameborden voor de VVV. 

En hoewel het Deventer gemeentebestuur vermeld wordt in het krantenbericht, ontbreekt elke verwijzing in de notulen van de gemeenteraad uit deze periode. Mijn hoop is nu gevestigd op het Historisch Centrum Overijssel in Zwolle, waar het archief van de Rijkscommissie voor de Werkverruiming in Overijssel 1936-1946 wordt bewaard. Met een beetje mazzel levert dat nog een vervolgpost op over dit onderwerp.

zondag 3 december 2017

Zusters van Liefde in Tilburg (1910)

Ze zijn er nog, de Zusters van Liefde in Tilburg. Op het terrein aan de Oude Dijk in het centrum van Tilburg wordt op dit moment gebouwd en lijkt ook van alles gesloopt te zijn. Even schrikken dus. Nader onderzoek wees uit dat het gelukkig de Zusters zelf zijn die opdrachtgever zijn van de werkzaamheden.

Ik was in Tilburg en kon het niet laten een detour te maken en bij het klooster te gaan kijken. Ik schreef al vaker over Petronella Wilhelmina Groote Wolthaar, die hier van 1910 tot 1919 woonde. Over haar verblijf in dit klooster en over haar vroege dood in Budel. Ze was het nichtje van mijn overgrootvader J.A. Groote Wolthaar, zijn ouders hadden zich over haar ontfermd nadat haar moeder en later ook haar vader was overleden.

Het kloostercomplex aan de Oude Dijk in Tilburg (foto: Mark Keaney)
Op haar 13e stond ze hier op de stoep. Hoe zou ze vanuit Raalte naar Tilburg gereisd zijn? Had een familielid haar begeleid of misschien een liefdezuster uit het plaatselijke klooster Angeli Custodes? Het complex moet een grote indruk hebben gemaakt. Groot, druk, totaal anders dan de boerderij in Raalte waar ze was opgegroeid.

Ik was er op een stille, regenachtige middag in november, maar stel me zo voor dat het destijds een komen en gaan was van zusters, novicen, leerlingen (er was onder meer een kweekschool gevestigd) en leveranciers. Op de website van de Zusters lees ik dat er in het klooster een klein museum is waar je op afspraak langs kunt komen. Tijd voor een nieuw bezoek aan Tilburg!


Er is heel wat gesloopt zo te zien...

zondag 27 augustus 2017

Streektaal: witte biejen in Raolte

De witte biejen vliegt. Dat is een Raaltese uitdrukking voor "het sneeuwt", lees ik op de website De Taal van Overijssel. Op deze site is per dorp of stad informatie vinden over het plaatselijke dialect, afkomstig uit eerdere publicaties. Heel bijzonder, al die taalvarianten in wat we nu zien als een klein gebied. Eentje om te onthouden: een belangrijk kenmerk van het Sallands - waarmee het verschilt van het Drents - is dat verkleinwoorden gemaakt worden met een klinkerwisseling; hond wordt huntien (hondje), kop wordt köppien (kopje).

Nog een leuk voorbeeld: Raalte behoort tot het gebied waar ze van oudsher etten zeggen als het om eten gaat. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Wijhe, waar ze èten - met een lange èè - zeggen. In het etten-gebied worden ook veel andere woorden met korte klinkers uitgesproken, zoals better (beter), sprekken (spreken) en mölle (molen). Dat doet me denken aan een anekdote in het nieuwste nummer van Kruudmoes, het blad van de historische vereniging Raalte, waarin een toerist wordt aangehaald die meende dat op de bottermarkt schepen werden verkocht en zich afvroeg hoe die botters eigenlijk op de markt kwamen…

Een kaartje met streektalen in Nederland. Bron:www.detaalvanoverijssel.nl





zondag 20 augustus 2017

Slijterij De Poot

Ik schreef al eens over Mies en Diene Bos Overmars, de zussen die samen een slijterij runden in de Herenstraat in Raalte. Zonder de naam van de winkel lukte het niet de onderneming te traceren in het handelsregister. Op hun familienaam kon ik niets vinden.

Tot ik eind vorig jaar getipt werd dat de winkel "De Poot" heette. Dat leverde wel een treffer op en ik was dan ook erg benieuwd naar de inhoud van het dossier. Dat viel tegen: het bevatte slechts formulieren uit de periode 1964-1971. Als eigenaren stonden zes broers en zussen Veldhuis geregistreerd. In 1970 kwam de zaak in handen van een Cornelis Hermanus Sluyter, om eind 1971 failliet verklaard te worden. Van Mies en Diene geen spoor, hoewel dat gezien het tijdstip - de zussen werden respectievelijk in 1887 en 1889 geboren - ook weer niet zo vreemd is.

Het enige aanknopingspunt is een vermelding van het jaar 1916 als “tijdstip van vestiging van de onderneming”. Waren het de zussen Bos Overmars die de winkel in dat jaar openden? Ze waren toen 29 en 27, dus het is mogelijk. En het is denkbaar dat zij halverwege de jaren ’60 met pensioen zijn gegaan en de slijterij hebben verkocht aan de familie Veldhuis. Het dossier vertelt er echter niets over, dus we weten niet zeker wanneer ze zijn begonnen en gestopt en of er nog andere eigenaren waren.


Op de foto, die een brand heeft overleefd, zien we de beide zussen. Naar verluidt was het Diene (rechts) die verantwoordelijk was voor de slijterij. Mies (links) hielp wel in de winkel, maar runde daarnaast het huishouden. Wie de jongens zijn, is niet bekend. 

Met dank aan Joop Velderman voor de foto en de informatie

zondag 30 april 2017

Ouderwetse rogge


In de Botanische Tuinen in Utrecht kwam ik deze rogge tegen. Een traditioneel soortenrijk akkertje, met kruiden en bloemen tussen het graan. Tegenwoordig is "akkeronkruid" zeldzaam geworden.

Ik moest onmiddellijk denken aan de akkers in Raalte. Om precies te zijn aan de rogge waar - volgens de klagende boeren in deze blogpost - de fazanten "met heele koppels tegelijk" uit kwamen vliegen. Mooi om daar nu een beeld bij te hebben.

vrijdag 12 augustus 2016

Op zoek naar zuster Groote Wolthaar

Bestemming bereikt! De rest van het reisgezelschap bij het klooster.
Soms levert een kijkje ter plaatse meer informatie op dan een bezoek aan het archief of de zoveelste database. Dat gold voor onze funeraire road trip naar Budel twee weken geleden. Daar staat nog (een deel van) het klooster van de Zusters van Liefde die in dit Brabantse dorp ruim 130 jaar lang voor bejaarden, wezen en zieken zorgden en onderwijs gaven. In dit klooster overleed Petronella Wilhelmina Groote Wolthaar in 1923. Ik schreef al eens over haar, ze werd maar 26 jaar. 

Op het plaatselijke kerkhof zou nog een muur met (daarheen verplaatste) zerken van kloosterzusters te zien zijn en een plaquette. Daar was ik wel benieuwd naar, dus op naar Budel. Het kerkhof was zo gevonden en gelukkig vonden we ook de kruisen - sober en grotendeels onleesbaar - en een informatiebord. En ja, ze stond op de namenlijst, zuster Groote Wolthaar. Met als bonus haar kloosternaam, Ignatina Maria. Nu weten we hoe ze door haar collega’s werd genoemd en hoe ze in het dorp bekend stond. Heel bijzonder vind ik dat. Een van mijn persoonlijke ergernissen in de genealogie is namelijk dat je van veel mensen nooit achterhaalt hoe ze in het dagelijks leven genoemd werden. Hoe werd Petronella Wilhelmina genoemd voordat ze zuster Ignatina Maria werd? Nellie? Nel? Pietje? Petra? Je weet het niet en je komt er niet achter ook. Die onzekerheid is voorbij wat zuster Ignatina Maria betreft en dat is mooi.