maandag 29 februari 2016

Boerderij in beeld (1)

Stukje bij beetje komt de boerderij van de familie Bos Overmars in beeld. Na het overlijden van Gerritdina Joanna Voorthuis in 1894 bleek het om 36 hectare grond te gaan. De perceelnummers die in de aangifte van de nalatenschap werden genoemd kon ik deels nakijken op de website HisGis, die kadastrale gegevens bevat uit 1832 - de startdatum van het kadaster. Bijna al die percelen waren destijds eigendom van Jan Emmink en dat is interessant, want dat was de grootvader van Joannes Henricus Bos Overmars. Blijkbaar heeft hij die geërfd via zijn moeder Maria Emmink. Echter, veel perceelnummers dateerden blijkbaar van ná 1832 want ze kwamen niet voor in de genoemde database. Het zou om nieuwe ontginningen kunnen gaan of om grond die vroeger tot de Marke Raalterwoold behoorde. In de 19de eeuw werden overal marken opgeheven en de grond verdeeld over de eigenaren.

Twee bescheiden dossiers uit het Stadsarchief Deventer werpen meer licht op de bezittingen van de familie. Beide komen uit het archief van landmeterskantoor Roetert Steenbruggen. Het eerste, uit het voorjaar van 1918, bevat een taxatierapport van het "gunstig gelegen boerenerve Emmink", eigendom van "Bosch Overmars". Aangezien pa Bos Overmars in het najaar van 1917 overleed, ligt het voor de hand dat zijn zes kinderen opdracht gaven voor de taxatie. Alle percelen - in totaal 38 hectare - worden uitgebreid beschreven en dat levert veel informatie op. Zo weten we nu dat de boerderij, met bakhuis, op een "nieuw" perceel stond (van ná 1832), maar gezien de naam gaat het om een erf dat eerder in bezit was van de familie Emmink.

Bijzonder leuk om te lezen zijn de kleurrijke namen en beschrijvingen van de percelen. Zo werd perceel D 756 "de Bergakker" genoemd en waren er ook een "Dijkakker", "Toomsakker" en "Brinkmansakker". Er was een weiland dat "het Pauleslandje" heette en één die "het Marsgen" heette, "aan de grintweg van Raalte naar Lemele", ter hoogte van "Café Crisman". Er waren hooilanden op de "Schanekampsmaat", weilanden "in het Hoogebroek" en er waren stukken heide - sommige "zeer geschikt voor ontginning". Het taalgebruik - het zou zo op Funda kunnen - lijkt erop te wijzen dat alles in de verkoop ging.

Geen opmerkingen: