Dat weten we allemaal omdat de keuringsregisters bewaard zijn gebleven. Je kunt ze inzien in het Historisch Centrum Overijssel. In de registers zijn de keuringsgegevens vastgelegd, zoals de lengte en de borstomvang van de keurlingen en eventuele andere kenmerken die mogelijk van invloed waren. “Zweetvoeten” bijvoorbeeld. Maar ook: “idioot” of “maakt een zwakke indruk”. Voor de zekerheid staat bij dit vakje in het register de waarschuwing “N.B. Deze dicteeren aan den schrijver zonder dat de onderzochte het kan verstaan”.
Bijna de helft van de “lichting 1913” uit Raalte bleek om medische redenen ongeschikt. Het leger beschikte over een lijst met meer dan 350 aandoeningen waarnaar met een nummer verwezen werd. Anno nu betekent het dat je eenvoudig kunt opzoeken dat winkelbediende J.G. de Ruijter werd afgekeurd wegens een eng klinkende oogkwaal (“uitzetting van den oogbol”) en dat landbouwknecht G. Schiphorst last had van een “pispijpzweer”. Landbouwer G. Schotman werd afgekeurd wegens “vermagering en lichaamszwakte” en J.W. Mars, werkzaam als smid, had problemen met zijn ogen ( “verduistering van het hoornvlies”) maar leed ook aan “balzakverslapping”. Het is een vreemde ervaring om uit een archiefstuk zulke persoonlijke informatie te kunnen afleiden over mensen die je niet kent. Hoe moet dat aflopen met landarbeider G.J. Grotenhuis uit Heino, die, zo lezen we, kampt met “verdroging van de oogbol” en “oogbolstuipen”. Hoewel de keuring natuurlijk een momentopname is en niet werd vastgelegd of de persoon in kwestie werd behandeld, zegt het wel iets over de samenleving (relatief veel armoede, eentonige voeding?) en de toegang tot en het niveau van medische zorg honderd jaar geleden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten