zondag 22 november 2015

Geschikt of ongeschikt: Nationale Militie


Op donderdag 27 en vrijdag 28 juni 1912 verschenen in Raalte meer dan 70 jongens voor de keuring van de Nationale Militie. Ze woonden allemaal in Raalte of Heino en waren het jaar ervoor achttien geworden. De keuring werd uitgevoerd door Officier van Gezondheid 1e klasse J.M. Knipscheer, verbonden aan de geneeskundige dienst van het leger. Legerarts Knipscheer reisde van keuring naar keuring: eerder die maand was hij al in Hasselt (17 en 18 juni), Avereest (19 en 20 juni), Hardenberg (21-24 juni), Ommen (25 juni) en Dalfsen (26 juni) geweest en na Raalte stond Wijhe op het programma. Bij de keuring was steeds een plaatselijke arts aanwezig en in Raalte was dat de 28-jarige arts A.H.J. Nord, die in 1908 in Raalte was neergestreken.

Dat weten we allemaal omdat de keuringsregisters bewaard zijn gebleven. Je kunt ze inzien in het Historisch Centrum Overijssel. In de registers zijn de keuringsgegevens vastgelegd, zoals de lengte en de borstomvang van de keurlingen en eventuele andere kenmerken die mogelijk van invloed waren. “Zweetvoeten” bijvoorbeeld. Maar ook: “idioot” of “maakt een zwakke indruk”. Voor de zekerheid staat bij dit vakje in het register de waarschuwing “N.B. Deze dicteeren aan den schrijver zonder dat de onderzochte het kan verstaan”.

Bijna de helft van de “lichting 1913” uit Raalte bleek om medische redenen ongeschikt. Het leger beschikte over een lijst met meer dan 350 aandoeningen waarnaar met een nummer verwezen werd. Anno nu betekent het dat je eenvoudig kunt opzoeken dat winkelbediende J.G. de Ruijter werd afgekeurd wegens een eng klinkende oogkwaal (“uitzetting van den oogbol”) en dat landbouwknecht G. Schiphorst last had van een “pispijpzweer”. Landbouwer G. Schotman werd afgekeurd wegens “vermagering en lichaamszwakte” en J.W. Mars, werkzaam als smid, had problemen met zijn ogen ( “verduistering van het hoornvlies”) maar leed ook aan “balzakverslapping”. Het is een vreemde ervaring om uit een archiefstuk zulke persoonlijke informatie te kunnen afleiden over mensen die je niet kent. Hoe moet dat aflopen met landarbeider G.J. Grotenhuis uit Heino, die, zo lezen we, kampt met “verdroging van de oogbol” en “oogbolstuipen”. Hoewel de keuring natuurlijk een momentopname is en niet werd vastgelegd of de persoon in kwestie werd behandeld, zegt het wel iets over de samenleving (relatief veel armoede, eentonige voeding?) en de toegang tot en het niveau van medische zorg honderd jaar geleden.

Geen opmerkingen: