donderdag 6 februari 2020

De boer die zijn boerderij verloor

Vandaag is de geboortedag van Jas Bos Overmars. Hij werd op 6 februari 1893 geboren in Linderte. Een mooi moment om het artikel over mijn speurtocht naar hem te delen dat vorige week in Kruudmoes is gepubliceerd. 

Op zoek naar Jas Bos Overmars
Waarom wil je dat eigenlijk allemaal weten?” Die vraag kreeg ik weleens van mensen die ik vroeg naar hun herinneringen aan Jas Bos Overmars, de broer van mijn overgrootmoeder. Mijn interesse werd gewekt door een losse opmerking van een familielid over “Oom Jas” die “in een hol zou hebben gewoond.” Een hol? Bij doorvragen wist niemand precies hoe of wat. Sterker nog, er was zelfs geen foto overgebleven van deze man, die in 1966 op 72-jarige leeftijd overleed.

Waar begin je dan met je zoektocht? In twee eerdere artikelen in Kruudmoes (najaar 2018 en voorjaar 2019) heb ik al verslag gedaan van mijn onderzoek naar Johannes Wilhelmus Bos Overmars. Want lezers van Kruudmoes wisten tot mijn grote verrassing wel degelijk iets te vertellen over Jas. Omdat er ook na het tweede artikel nog tips zijn binnengekomen kan ik inmiddels aardig wat puzzelstukjes aan elkaar leggen. Dat Jas een tijdje in een hol bivakkeerde bleek het gevolg van de veiling van zijn boerderij in 1938. Hierbij een voorlopig laatste update van het verhaal van Jas Bos Overmars, de boer die zijn boerderij verloor.

Boerderij aan de Ten Haveweg
We beginnen met de boerderij in Linderte waar het allemaal om draaide. Ik wist uit oude krantenadvertenties en het archief van het Kadaster dat de boerderij aan de Bleksteeg (de tegenwoordige Ten Haveweg) in 1938 met 5 hectare grond voor 13.000 gulden geveild was en verkocht aan de familie Kogelman. Jas was op dat moment 45 jaar en woonde er alleen. Dat was niet altijd zo geweest. Toen zijn vader in 1917 overleed had Jas de boerderij met maar liefst 38 hectare grond samen met zijn vijf zussen geërfd. De boerderij stond bekend als “Erve Emmink”, de naam van de grootmoeder en overgrootvader van de kinderen Bos Overmars. Het was één van de oudste erven in Linderte. Jas bleef met zijn oudere zussen Mies en Dine op de boerderij, maar om hun zus Miete en halfzussen Dore en Anne uit te kopen moest een flink deel van de grond worden verkocht. Zo’n 15 jaar later kocht Jas ook Mies en Dine uit en ook daar moest grond voor worden verkocht. Zijn zussen verhuisden naar het dorp en gingen in de Herenstraat wonen, boven de slijterij die zij gingen runnen voor de familie Veldhuis.

Paarden
Jas bleef in zijn eentje achter op de boerderij, die nog maar een paar hectare grond omvatte. “Vijf hectare? Dat is toch veel te weinig” riep mijn moeder, een boerendochter, toen ze dat getal hoorde. Te weinig om er als boer de kost mee te verdienen inderdaad. En dat ook nog in de crisisjaren. Geen wonder dat de boerderij in 1938 geveild moest worden, zou je denken. Inmiddels hebben meerdere mensen me verteld dat Jas zijn geld verdiende met de handel in paarden en een groot paardenliefhebber was. Gait Kruiper uit Mariënheem vertelde dat zijn vader Jas goed had gekend en ook wel voor hem gewerkt had. “Ze gingen soms lopend met een koppel paarden naar Zwolle. Mijn vader ging dan lopend en Jas met de koets er achter aan. De paarden liepen twee aan twee.” Om de paarden onder controle te kunnen houden werd het hoofd van een paard steeds aan de staart van het paard ervoor vastgemaakt.

De schuld
In de vorige update kon ik al melden dat in Linderte het verhaal rondging dat de boerderij geveild was omdat Jas geld had geleend en dat niet kon terugbetalen. Vervolgens zou hij ruzie hebben gekregen met de schuldeiser in kwestie. Dat verhaal kreeg ik van meerdere mensen te horen daarbij kwamen een paar zaken steeds terug. Het zou om een relatief klein bedrag gaan en het ging om een lening bij een bekende, een buurman aan de Ten Haveweg. Mogelijk zou het om een bedrag van 1500 gulden zijn gegaan, wat anno nu een waarde van ongeveer 15.000 euro zou vertegenwoordigen. Enerzijds een flink bedrag, anderzijds slechts een kleine 12 % van de waarde waar de boerderij met grond later voor geveild zou worden.

Ik schreef eerder al dat dit in het dorp tot geruchten leidde dat Jas, die als een vrij koppig en eigenwijs type wordt omschreven, het geld dat overbleef na de veiling nooit zou hebben opgehaald. Ook heb ik begrepen dat de relatief “kleine” schuld leidde tot speculaties over de motieven van zijn schuldeiser. Die zou door een andere buurman, die interesse had in de grond van Jas, zijn aangespoord om met uitstel geen genoegen te nemen en zijn geld op te eisen. Daar hadden sommigen in de buurt zo hun bedenkingen bij, is me verteld. Was dat nou nodig? Ik heb ook begrepen dat deze gang van zaken reden was voor diverse boeren uit de omgeving om bewust geen bod uit te brengen op de veiling. Ze wilden zich niet branden aan deze verkoop. Opmerkelijk genoeg zou de buurtgenoot die op de grond uit zou zijn óók geen bod hebben uitgebracht, omdat zijn vrouw daar een stokje voor stak. Zij was niet gecharmeerd van de hele gang van zaken, aldus het verhaal.

Of het precies zo gegaan is, is natuurlijk helemaal niet zeker. Het is verder ook niet mijn bedoeling om te oordelen over eventuele motieven van partijen die hierbij betrokken waren. Feit blijft dat Jas blijkbaar geld had geleend dat hij niet kon terugbetalen en dat daardoor zijn bezittingen zijn geveild. Als niemand het huis en/of de grond had gekocht waren de financiële problemen van Jas niet verdwenen. Dat er zo lang na dato nog verhalen de ronde doen vind ik wel interessant en geeft aan dat veel mensen zo hun gedachten hadden over de gebeurtenissen.

Het nieuwe huis
Waarom zou Jas eigenlijk geld geleend hebben? Ging het slecht met de paardenhandel? Daar kreeg ik van Jan Hogeboom verrassende informatie over. Jas zou namelijk een nieuw huis hebben laten bouwen door aannemer Van den Berg uit Lemelerveld. Hogeboom kreeg dit ooit van zijn opa Bonenkamp te horen, die ook aan de Ten Haveweg woonde en aan wie Van den Berg hetzelfde voorstel had gedaan. Opa Bonenkamp was er niet op ingegaan, anderen wel. Zo zou in Dalmsholte nog een boerderij van exact hetzelfde type staan.

We komen zo nog terug bij de familie Bonenkamp-Hogeboom, maar eerst even wat anders. Ik heb er geen aanwijzingen voor, maar wat beweegt een man van in de veertig die vijftien jaar met zijn twee zussen een boerderij runt, een nieuw huis neer te laten zetten terwijl in dezelfde periode zijn zussen naar het dorp vertrekken? Zou hij misschien de wens hebben gehad om te trouwen? In die jaren was eind dertig, begin 40 sowieso een vrij gemiddelde leeftijd voor boeren om te trouwen, zeker niet opvallend laat. Mocht hij plannen hebben gehad in die richting, ze zijn in ieder geval nooit gerealiseerd.

In de varkensschuur
Dan het hol, waar het allemaal mee begon. Lang niet iedereen die ik sprak wist daar iets over. In de vorige update schreef ik al dat over Jas het verhaal ging dat hij na het verlies van zijn boerderij een tijdje behoorlijk van de kaart was. Zodanig zelfs dat niemand bij hem in de buurt durfde te komen. Daar kun je je ook wel iets bij voorstellen, als je de boerderij waar je familie al generaties woont en werkt kwijtraakt. Waar moet je naar toe, wat moet je dan gaan doen met je leven?

Inmiddels heb ik meerdere mensen gesproken die konden bevestigen dat ook zij het verhaal over het hol kenden. Sommigen hadden gehoord dat “ze Jas uit het bos hebben gehaald.” De gouden tip kwam van Jan Hogeboom en zijn zus Mieny Tuten-Hogeboom. Jas was zoals eerder vermeld een buurtgenoot van hun opa en oma Bonenkamp en die hadden hem bijgestaan in deze periode. In hun familie wordt het volgende verteld over deze geschiedenis: Toen Jas zijn huis uit moest, was hij met paard en wagen vertrokken, met een aantal spullen. Hij bivakkeerde eerst bij een vennetje in de buurt, maar daar werd hij weggestuurd door de eigenaar van de grond, ik neem aan ook één van zijn buren. Vervolgens had hij in een singel (houtwal) een stukje verderop een hol uitgegraven. Hoe lang hij daar zat is niet duidelijk, maar vermoedelijk niet heel erg lang. Het was uiteindelijk de familie Bonenkamp die het niet langer kon aanzien en besloot Jas een tijdje onderdak te bieden, in de varkensschuur om precies te zijn.

Jan Hogeboom wist me te vertellen dat het hol, dat is gegraven toen hijzelf nog niet was geboren, eind jaren vijftig nog steeds zichtbaar was. Jan was erbij toen, ten behoeve van de ruilverkaveling, de singel in kwestie werd gerooid. Hij weet nog dat de arbeider die dat deed op de resten van het hol stuitte, waarna de vader van Jan uitlegde hoe het ontstaan was. Het zou gaan om een plek ten oosten van de Brunselweg, niet ver van de sloot (Oosterbroekswaterleiding) die deze zandweg halverwege doorkruist.

Gesprek van de dag
Het kan niet anders of de situatie met Jas moet wekenlang het gesprek van de dag zijn geweest in Linderte. Een buurman die zijn boerderij kwijtraakt door ruzie en schulden waar andere buurtgenoten bij betrokken zijn, en die vervolgens in verwarde staat met zijn spullen in de buurt rondzwerft en wordt opgevangen door weer andere buren in de varkensschuur? Geen wonder dat dit verhaal tachtig jaar na dato nog steeds niet is vergeten.

Wat ik me zelf afvraag: waar was de familie van Jas in dit verhaal? Zijn zus Miete - mijn overgrootmoeder - was getrouwd met Jans Groote Wolthaar en woonde vlakbij met haar gezin, aan de Linderteseweg. Het kan haar en de andere zussen toch niet onberoerd hebben gelaten, al was het maar omdat het om de plek ging waar ook zij waren opgegroeid. Had hij haar om hulp gevraagd bij het betalen van de lening en had ze dat geweigerd? Was de relatie nooit goed geweest? Hoewel in de gesprekken die ik had vaak werd gezegd dat er niks raars met Jas aan de hand was en dat hij aardig en attent was, werd ook verteld dat hij uitermate koppig en eigenwijs kon zijn. Misschien gaf hij zijn zussen wel de schuld van zijn situatie. Als zij niet uitgekocht hadden moeten worden was het ooit zo grote Erve Emmink überhaupt niet versplinterd geraakt. Ook dit zijn natuurlijk speculaties. Eén van de mensen die ik sprak wist me wel te vertellen dat zus Miete haar broer de rest van zijn leven wel financieel had bijgestaan.

Hoe het verder ging met Jas
Na het tijdelijke verblijf in de varkensschuur van de familie Bonenkamp vertrok Jas naar het dorp, waar hij de rest van zijn leven op verschillende kostadressen woonde. Hij werkte als arbeider voor verschillende boeren en voor de Heidemij. Sommige van zijn bezittingen lagen nog jarenlang opgeslagen op de zolder van de varkensschuur van de familie Bonenkamp. Jas zou de rest van zijn leven geregeld bij de familie over de vloer blijven komen.

Verrassing
Wat er nu precies allemaal aan de hand was met Jas, daar kom je natuurlijk niet meer achter. Toch heeft het me verrast hoeveel je nog kunt achterhalen over iets dat zich zo lang geleden heeft afgespeeld. Het bleef ook niet bij alleen verhalen. Zo bleek één van de mensen die ik sprak in het bezit te zijn van een prachtige oude kast uit de boerderij van Jas. De kast was ooit door zijn vader aangeschaft van een andere buurtgenoot. Na de verkoop van de boerderij zouden er ook spullen aan de weg zijn gezet, zodat het goed mogelijk is dat er hier en daar in Linderte nog spullen staan uit het huishouden van Jas, ook al is het verhaal erachter allang vergeten.

Inmiddels heb ik zelf ook iets in mijn bezit dat van Jas is geweest. Van Jan Hogeboom kreeg ik namelijk een heel bijzonder cadeau: de pijp van Jas. Een hele bijzondere, met daarop de naam van Jas geschilderd (“Jas van de Deurwater” - Deurwater was de bijnaam van de familie Bos Overmars) én een mannetje met twee paarden. Misschien vind ik dat nog wel het leukste detail in alle verhalen over Jas, dat hij iets met paarden had. Iets dat over hem als persoon gaat en los staat van de toestanden rondom de boerderij. “De piepe van Jas” heeft nu een plekje in mijn boekenkast. Een mooi aandenken aan een bijzondere speurtocht.

Met dank aan allen die verhalen en herinneringen met mij wilden delen en/of me hebben geholpen bij mijn onderzoek: Jan Hogeboom, Mieny Tuten-Hogeboom, Gait Kruiper, de heer Kieftenbeld, Mies Reimert-Habers, Joop Velderman en Joke Wellenberg-Velderman.