zondag 11 maart 2018

Leven in het klooster (3): een geestelijk bloemetje


Ter afsluiting van het bezoek aan het klooster van de Zusters van Liefde aandacht voor een bijzonder fenomeen, de geestelijke ruiker. Een bloemetje, maar dan in de vorm van gebeden.

Een zuster kreeg een geestelijke ruiker van haar collega-zusters bij speciale gelegenheden, of bij haar vertrek naar een ander klooster. De ‘ruiker’ was samengesteld uit verschillende soorten gebeden en missen die voor haar zouden worden opgedragen. Een charmant cadeau, want de zusters hadden natuurlijk geen geld of eigen bezittingen.







De zuster die ons rondleidde vertelde dat de zusters in principe geen inspraak hadden in de plekken waar ze gingen werken. Je kon op een avond te horen krijgen dat je morgen of overmorgen naar plaats X moest afreizen. Er was wel een vaste periode in het jaar voor de verplaatsingen.

Het doet een beetje aan het leger denken. Als je eenmaal je leven in dienst had gesteld van de congregatie (of zoals ze zelf waarschijnlijk gezegd zouden hebben, van God), dan werd je gestuurd naar plekken waar je nodig was. Dat 'onze' zuster Maria Ignatina van Tilburg naar Deventer en later naar Budel ging, werd dus zeer waarschijnlijk van hogerhand bepaald.

Tot slot: dit reparatiekistje vond ik misschien wel het leukste object in het museum. Het werd gebruikt om rozenkransen mee te repareren. Want ook die gaan natuurlijk weleens kapot, zeker bij intensief gebruik.

Foto's: Mark Keaney


Lees hier deel 1 en deel 2 van mijn bezoek aan het klooster.


zaterdag 3 maart 2018

Leven in het klooster (2): de kweekschool

De kweekschool van de Zusters van Liefde richtte zich specifiek op meisjes "met kloosterneiging", zoals ze dat zelf zo mooi noemden. Het was uiteraard niet verplicht om na de opleiding in te treden, maar de school was ingericht op leerlingen die interesse hadden in het klooster. Handig ook, om zo een toestroom van goed opgeleide potentiĆ«le zusters te organiseren die meteen inzetbaar waren.

Inmiddels wijst alles er op dat Petronella Groote Wolthaar naar Tilburg kwam voor deze kweekschool. Ik vond op Delpher.nl al eens een vermelding dat ze in 1913 een examen Vrije en Orde-oefeningen had behaald, wat een vorm van gymnastiekonderwijs lijkt te zijn. Een nieuwe zoekactie - er komen steeds gedigitaliseerde kranten bij, en wat heerlijk dat dit soort informatie vroeger in de krant stond - leverde op dat ze in 1919 haar Akte voor het Lager Onderwijs haalde.

Dit roept wel nieuwe vragen op. Allereerst: ze verbleef in het Tilburgse klooster van 1910 tot 1919. Dat laatste jaartal komt mooi overeen met de behaalde akte, maar negen jaar is wel erg lang voor een opleiding. Als ze eerst iets anders kwam doen in het klooster (er was bijvoorbeeld ook een naaischool), hoe zit het dan met het gymnastiekexamen waarvoor ze in 1913 slaagde? Was ze langdurig ziek en is er een connectie met haar vroege overlijden? Was ze gewoon niet zo’n getalenteerde leerling of is er een andere verklaring?

Ten tweede: ze vertrok uit Tilburg om in het St. Jozefziekenhuis in Deventer te gaan werken. Niet vreemd, want ook dit ziekenhuis werd door de Zusters van Liefde gerund. Toch vraag je je af waarom je als congregatie een net afgestudeerde onderwijzeres aan het werk zet in een ziekenhuis, en niet in het onderwijs. Misschien tot er elders een plek vrij kwam?

Leerlingen van de kweekschool (Collectie Zusters van Liefde Tilburg)

In het museum hing deze foto van kweekschoolleerlingen uit 1912. De meisjes op de foto doen me denken aan jeugdboeken uit die tijd met balorige scholieren, zoals Schoolidyllen van Top Naeff (1900) en De HBS-tijd van Joop ter Heul (1919) van Cissy van Marxveldt. Hoewel deze aanstaande zusters/onderwijzeressen misschien iets serieuzer waren dan Joop en haar vriendinnen…

En ja, in 1912 bevond ook Petronella zich in het klooster. Zou het kunnen dat ze hier op de foto staat? Ze was toen zelf een jaar of 16, en je zou zeggen dat ze de meisjes op de foto in ieder geval gekend moet hebben. Het is een mooie gedachte.