Een zuster kreeg een geestelijke ruiker van haar collega-zusters bij speciale gelegenheden, of bij haar vertrek naar een ander klooster. De ‘ruiker’ was samengesteld uit verschillende soorten gebeden en missen die voor haar zouden worden opgedragen. Een charmant cadeau, want de zusters hadden natuurlijk geen geld of eigen bezittingen.
De zuster die ons rondleidde vertelde dat de zusters in principe geen inspraak hadden in de plekken waar ze gingen werken. Je kon op een avond te horen krijgen dat je morgen of overmorgen naar plaats X moest afreizen. Er was wel een vaste periode in het jaar voor de verplaatsingen.
Het doet een beetje aan het leger denken. Als je eenmaal je leven in dienst had gesteld van de congregatie (of zoals ze zelf waarschijnlijk gezegd zouden hebben, van God), dan werd je gestuurd naar plekken waar je nodig was. Dat 'onze' zuster Maria Ignatina van Tilburg naar Deventer en later naar Budel ging, werd dus zeer waarschijnlijk van hogerhand bepaald.
Tot slot: dit reparatiekistje vond ik misschien wel het leukste object in het museum. Het werd gebruikt om rozenkransen mee te repareren. Want ook die gaan natuurlijk weleens kapot, zeker bij intensief gebruik.
Lees hier deel 1 en deel 2 van mijn bezoek aan het klooster.
Het doet een beetje aan het leger denken. Als je eenmaal je leven in dienst had gesteld van de congregatie (of zoals ze zelf waarschijnlijk gezegd zouden hebben, van God), dan werd je gestuurd naar plekken waar je nodig was. Dat 'onze' zuster Maria Ignatina van Tilburg naar Deventer en later naar Budel ging, werd dus zeer waarschijnlijk van hogerhand bepaald.
Tot slot: dit reparatiekistje vond ik misschien wel het leukste object in het museum. Het werd gebruikt om rozenkransen mee te repareren. Want ook die gaan natuurlijk weleens kapot, zeker bij intensief gebruik.
Foto's: Mark Keaney |
Lees hier deel 1 en deel 2 van mijn bezoek aan het klooster.