woensdag 8 april 2015

Daar bij die molen

Foto: Collectie Gemeente Hellendoorn, MijnStadMijnDorp
Soms kunnen details je een tijdje bezighouden. Zo'n detail was bijvoorbeeld de dood van Johanna Theresia Bos Overmars, een zusje van mijn overgrootmoeder Miete Bos Overmars. Ze overleed in 1917 op haar 22e, in Haarle. Waaraan ze is overleden weet ik niet – dat is niet vermeld in de akte- en dat is waarschijnlijk nooit meer te achterhalen. Maar hoezo Haarle? Mijn eerste gedachte was dat ze daar als dienstbode werkte, maar in de overlijdensakte stond heel duidelijk “zonder beroep”. Een formulering die je tegenkomt bij huisvrouwen en ongetrouwde dochters. Omdat ze niet getrouwd was bleef de vraag staan hoe ze in Haarle terecht kwam.

“Ik heb weleens iets gehoord over een pleeggezin”, zo werd mij verteld. Dat zou goed kunnen, want Johanna Theresia was nog geen dag oud toen haar moeder Gerritdina Joanna Voorthuis op 28 februari 1894 overleed. Gezien het tijdstip van overlijden zullen er complicaties zijn opgetreden bij de bevalling. Kersverse weduwnaar Joannes Henricus Bos Overmars bleef achter met vijf kleine kinderen, de oudste nog geen zeven. Uit het bevolkingsregister van Raalte bleek dat Johanna Theresia als kleuter inderdaad werd uitgeschreven, met als bestemming Hellendoorn, waar Haarle onder valt. Als enige overigens, haar broer en haar zussen bleven op de boerderij en toen haar vader na een paar jaar hertrouwde kwamen er nog twee halfzusjes bij. Na vier jaar huwelijk bleef Bos Overmars opnieuw alleen achter toen ook zijn tweede vrouw overleed, niet lang na de geboorte en het overlijden van hun derde kind, een zoontje.

Maar waar kwam Johanna Theresia nu terecht? Het bevolkingsregister van Hellendoorn, dat met enig gepuzzel digitaal te bekijken is – bood uitsluitsel. Het “pleeggezin” blijkt familie: ze werd ondergebracht in het gezin van haar tante Everdina, een zus van haar moeder. Everdina was getrouwd met molenaar Antonius Gerhardus Geertman uit Haarle en runde samen met hem een molen, bakkerij en boerderij. Hier groeide Johanna Theresia op, met drie neven die een flink stuk ouder waren. Everdina was niet hun biologische moeder, want ook Geertman was jong weduwnaar geworden. Zijn eerste echtgenote werd niet ouder dan 26 en ook zij was in het kraambed gestorven. Wat we tegenwoordig zo modern een “samengesteld gezin” noemen was destijds de harde realiteit.